Zaterdag 11 oktober 2025 is het Coming-Outdag (Coming Out Day).
Waarom Coming-Outdag ons wakker moet houden en zwijgen geen neutrale keuze is
Rond Coming-Outdag hoor ik steeds vaker de vraag: waarom is het eigenlijk van belang dat ik jouw gender of seksuele voorkeur weet? We moeten elkaar toch gewoon respecteren als mens? Die gedachte is op zichzelf mooi, en ik deel haar in de kern. Maar juist die vanzelfsprekendheid ontbreekt nog vaak. Daarom is Coming-Outdag geen overbodige symboliek, maar een noodzakelijke reminder: zichtbaar mogen zijn is nog altijd niet voor iedereen vanzelfsprekend. En daarom is het belangrijk om er wél woorden aan te geven, om zichtbaar te zijn, om het gesprek niet uit de weg te gaan.
Wanneer iemand zegt dat het niet nodig is om te weten dat ik homo ben, klinkt daar soms de oprechte wens in door om mij als mens te zien, zonder label. Maar tegelijkertijd hoor ik er iets anders in: de ondertoon dat het misschien beter is om erover te zwijgen. Alsof benoemen overbodig is, en alsof gender en seksuele gerichtheid een privézaak zijn die je in het publieke leven maar beter verborgen kunt houden. Juist dat is de paradox: zolang er ongelijkheid bestaat, zolang er afwijzing en onveiligheid is, blijft de keuze om te spreken of te zwijgen geen neutrale keuze maar een teken van privilege. Voor veel hetero- en cisgender mensen is zichtbaarheid nooit een vraag. Hun oriëntatie of identiteit wordt gezien als vanzelfsprekend, neutraal en normaal. Zij hoeven nooit uit te leggen wie ze zijn. Dat is het voorrecht van de norm. Maar voor lhbti+ personen is het vaak anders. Of het nu gaat om school, werk, sport of geloof, telkens weer komt de vraag naar voren: wie ben je en mag je dat laten zien? Zichtbaarheid is dan geen luxe, maar een vorm van bestaansrecht.
Het gaat niet om nieuwsgierigheid naar privéleven, maar om het scheppen van ruimte. Want wat niet benoemd wordt, lijkt niet te bestaan. Als leerlingen in een klas nooit voorbeelden horen van twee moeders of twee vaders, lijkt het alsof die werkelijkheid er niet is. Als in een sportclub nooit gesproken wordt over diversiteit, lijkt de boodschap te zijn dat er maar één manier is om erbij te horen. En als in families gender en seksualiteit taboe zijn, ontstaat er een stilte waarin schaamte en angst groeien. Soms wordt dit gesprek afgedaan als overbodig omdat we in Nederland toch al zo ver zouden zijn. We hebben het huwelijk voor paren van gelijk geslacht, er zijn wettelijke beschermingen en regenboogvlaggen wapperen in steeds meer gemeenten. Maar die zichtbaarheid van enkelen verhult de kwetsbaarheid van velen. Nog altijd horen we verhalen van jongeren die thuis niet geaccepteerd worden, van ouderen die in zorginstellingen opnieuw terug de kast in kruipen, van vluchtelingen die zelfs in ons land geen veiligheid ervaren. Dat maakt duidelijk dat gelijkheid op papier niet hetzelfde is als gelijkwaardigheid in het dagelijks leven.
Sommigen spreken van regenboogmoeheid. Zij vragen zich af waarom het altijd weer over diversiteit moet gaan, waarom er zoveel aandacht naar uitgaat. Vaak zijn dat de mensen die zelf nooit bevraagd zijn op hun bestaan. Regenboogmoeheid komt zelden voor bij degenen die dagelijks geconfronteerd worden met microagressies, uitsluiting of angst om hand in hand te lopen. Voor hen is het gesprek geen keuze, maar een kwestie van overleven. Ik begrijp goed dat er mensen zijn die verlangen naar een samenleving waarin dit allemaal niet meer nodig is. Sterker nog: dat verlangen deel ik. Mijn ideaal is dat we elkaar tegemoet kunnen treden zonder dat labels er nog toe doen, omdat iedereen zich veilig en gezien weet. Maar zo ver zijn we nog niet. Zolang er kinderen zijn die met buikpijn naar school gaan omdat ze niet durven vertellen wie ze zijn, zolang er sporters zijn die hun team verlaten uit angst voor flauwe grappen of harde opmerkingen, zolang er ouderen zijn die hun geliefde verzwijgen bij de zorgverlener, zolang er vluchtelingen zijn die opnieuw hun identiteit moeten verbergen om niet bedreigd te worden, is het noodzakelijk dat we het erover hebben.
Praten over gender en seksuele gerichtheid is geen liefhebberij van een kleine groep activisten, maar een democratische opdracht. Het is de kern van samenleven dat iedereen in vrijheid zichzelf kan zijn, zonder schaamte en zonder angst. En dat vraagt niet alleen juridische gelijkheid, maar ook maatschappelijke erkenning. Dat vraagt om verhalen die verteld mogen worden, om symbolen die gezien mogen worden, om ontmoetingen waarin verschillen niet worden weggemoffeld maar juist een bron van rijkdom zijn.
Als Regenboogambassadeur van Drenthe kom ik dit telkens weer tegen. Ik zie hoe belangrijk het is dat gemeenten, scholen, sportverenigingen en zorginstellingen blijven werken aan een inclusieve cultuur. Dat gaat niet vanzelf. Het vraagt inzet, dialoog en zichtbaarheid. Het vraagt ook om tegenstem te bieden als wordt gezegd dat het allemaal niet meer nodig is. Want zwijgen is nooit neutraal. Zwijgen bevestigt de norm en legt de last bij wie afwijkt. Daarom blijf ik ervoor kiezen om het wel te benoemen. Niet omdat mijn privéleven iemands nieuwsgierigheid moet stillen, maar omdat ik weet dat stilte gevaarlijk is. Zichtbaarheid is geen overbodige luxe. Het is de weg naar een samenleving waarin we elkaar écht als mens kunnen zien, zonder dat er nog onderscheid gemaakt hoeft te worden.
Het is gebleken dat zichtbaarheid, verhalen en symbolen door de jaren heen bepalend zijn geweest voor de strijd om gelijkwaardigheid. Niet omdat we onszelf steeds opnieuw in het middelpunt willen zetten, maar omdat vrijheid pas werkelijk ontstaat als verschillen er mogen zijn. Echte gelijkheid is niet dat we allemaal hetzelfde zijn, maar dat ieder van ons zichzelf kan zijn, zichtbaar en zonder angst.
Coming-Outdag herinnert ons eraan hoe kwetsbaar en kostbaar zichtbaarheid nog steeds is. Het is een dag waarop we vieren dat mensen zichzelf mogen zijn, maar ook erkennen dat dit nog lang niet voor iedereen veilig of vanzelfsprekend is. Zolang zichtbaarheid moed vraagt, blijft Coming-Outdag nodig.
Dat is waarom we het er nog wél over moeten hebben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten